Zoals u ongetwijfeld weet gaat voor bedrijfspanden de overdrachtsbelasting vanaf 1 januari 2021 naar 7%.
Tevens wordt de overdrachtsbelasting voor woningen gewijzigd:
- En voor starters gaat het naar 0%
- Voor kopers die het pand niet zelf zullen gaan gebruiken gaat het naar 8%. Dat geldt dus voor beleggers, maar ook de eigenaren van een vakantiewoning of b.v. ouders die voor hun kind een woning kopen.
De motivatie achter deze wetgeving is natuurlijk heel sympathiek en adresseert een reëel probleem; Starters op de woningmarkt hebben met name in de grote steden het heel moeilijk. Dit is een belang van ons allemaal immers, als starters niet beginnen aan hun “wooncarrière”, aan wie verkopen u uw woning straks.
Het probleem is niet nieuw. Er wordt al vele jaren voor gewaarschuwd. Ik meen circa 25 jaar dat de DNB hierover ook al prachtig onderzoek publiceerde waarvan ik destijds diep onder de indruk was. Zij voorspelden destijds dat de hele doorstroming in de markt na circa 20 jaar zou stokken en rekenden voor dat dit uiteindelijk tot prijsdalingen zou leiden in met name de hogere segmenten. Redenatie daarachter was dat als jongeren niet tijdig aan een “wooncarrière” beginnen zij onvoldoende vermogen zouden opbouwen om later een duurdere woning aan te kopen. De prijzen stegen destijds veel harder dan de inkomens en dat is natuurlijk nu weer zo.
De vraag is natuurlijk wel; als er toen niets aan gedaan werd en de wereld draaide door, moet er dan nu wel iets aan gedaan worden? De markt zal het waarschijnlijk ook zelfstandig corrigeren zoals dat in het verleden ook gedaan is. Bovendien is het voor de locaties waar het probleem het grootst is nauwelijks een oplossing.
Voor beleggers is dit natuurlijk wel heel zuur. Voor hun is het verschil enorm en dit zal voor hun ook betekenen dat de waarde van hun onroerend goed direct zal dalen. Dit zal ook de bedoeling zijn van de overheid; om starters een voorsprong te geven ten opzichte van beleggers.